Heksenvervolging
De grootste heksenvervolgingen vonden niet in de Middeleeuwen plaats maar na 1500. Het betrof bijna altijd vrouwen. Iemand werd heks door contact met de duivel. Door allerlei oorzaken kon men als verdachte van hekserij worden beschouwd. Een uitgekomen voorspelling, een plotselinge ziekte nadat men iets bij de buren had gegeten, een geheimzinnig uiterlijk, sterfte onder vee. De beschuldigingen kwamen uit de omgeving en soms waren het zelfs familieleden die de beschuldigingen uitspraken. Ze getuigden meestal van een rijke fantasie maar werden toen voor waar aangenomen. Afgunst, dronkenschap of ruzie lagen vaak ten grondslag aan de beschuldigingen. Als het gewone verhoor niet tot het gewenste resultaat leidde, volgde vaak verhoor onder marteling.
Bewijs maar dat je geen heks bent
Een vrouw kon zelf op twee manieren bewijzen dat ze geen heks was. Dat was allereerst de zogenoemde waterproef. Ze werd dan in het water gegooid terwijl haar handen aan haar voeren waren gebonden en voorzien van een lang touw; als ze zonk was ze onschuldig en werd ze weer naar de kant getrokken. Men kon zich ook laten wegen op de heksenwaag van Oudewater en dan een certificaat ontvangen dat officieel verklaarde dat men geen heks was.
Heksenprocessen in Groenlo, Borculo en ‘s Heerenberg
In 1605 is er een proces in ’s Heerenberg tegen Mechteld ten Ham en in 1610 in Bredevoort tegen Jenneken ter Honck uit Dinxperlo. Vervolgens zijn er nog processen in 1613 en 1615 in Groenlo en Borculo.
Uit die tijd zijn heel weinig stukken bewaard gebleven, zo ook van deze processen. Daarom is er dan ook maar beperkte informatie beschikbaar. Zo weten we van Lange Aele eigenlijk alleen maar dat ze beschuldigd werd samen met andere heksen op kruisingen van wegen op de Vragenderse hei en bij boerderij Lucken duivelsdansen en heksendansen te hebben uitgevoerd.