De maatschappij in de 17e eeuw
Een klassenmaatschappij
Nu is bij ons iedereen gelijk voor de wet, ongeacht je afkomst, je bezittingen, beroep of baan. Dat was toen niet zo. Grofweg waren er 4 klassen:
- De adel en geestelijken
Voor hen was er een geheel eigen rechtssysteem dat alleen voor hen gold. - De burgers
Burger was je als je vader ook burger was of wanneer je het burgerrecht had gekocht door daarvoor een bedrag aan de stad te betalen. - De grondeigenaren / boeren
Als je een grotere oppervlakte grond bezat dan kreeg je ook bepaalde rechten. - De rest
Geen vrouwenrechten!
Man en vrouw waren toen niet gelijk zoals wij dat kennen. De vrouw was altijd in de ondergeschikte rol en voor haar waren eigenlijk alleen huishoudelijke taken weggelegd. Een baan of beroep buitenshuis was voor haar niet denkbaar. Bij officiële activiteiten moest zij zich bijna altijd laten vertegenwoordigen door een mannelijk familielid. In de rechtszaal mocht zij zelfs nooit het woord voeren maar moest dat altijd gebeuren door een mannelijke vertegenwoordiger!